De tegenganger van direct grillen is het indirect grillen. Zoals we bij direct grillen ons gerecht rechtstreeks boven de warmtebron (kolen, briketten, hout, gasvuur, …) van onze BBQ plaatsen doen we bij het indirect grillen net het tegenovergestelde. We zullen dus ons gerecht niet vlak boven de warmtebron plaatsen maar ernaast (en meestal zo ver mogelijk van de kolen). Bij indirect grillen is het dus de bedoeling om de hete lucht te laten circuleren rond het gerecht (convectie, zoals een oven) in tegenstelling tot de rechtstreekse stralingswarmte bij direct grillen.
Heb je een kogelBBQ (zoals bijvoorbeeld een Weber of Outdoorchef) en wil je het indirect grillen zelf ook eens proberen? Lees dan dit artikel over het indirect grillen op een kogelBBQ.
In welk geval je best de directe of indirecte grilmethode toepast hangt af van heel wat factoren. De indirecte grilmethode, ook wel “low & slow” genoemd is ideaal om grotere, dikkere of tere stukken vlees of vis langzaam te garen. Bij deze methode loop je veel minder risico dat je bereidingen zullen aanbranden en bijkomend voordeel is dat je bereiding overal even gaar is. Voor sommige bereidingen (zoals bijvoorbeeld steak) is het zelfs gebruikelijk om de twee methodes te combineren. Bij alle BBQ gerechten op deze website staat de grilmethode (direct of indirect) vermeld, alsook de temperatuur.
Zoals je begrijpt kan het indirect grillen enkel met een afsluitbare barbecue. Dit kan zowel op een gasbarbecue als op een model met kolen, de enige voorwaarde is dat de BBQ kan worden afgesloten. Zo kan je bijvoorbeeld prima indirect grillen op een kogelbarbecue van Weber, een Oklahoma Joe en bijna elke andere (gas)barbecue met een deksel.
Indirect grillen is helemaal niet moeilijk en is snel onder de knie te krijgen
Indirect grillen is helemaal niet moeilijk en is snel onder de knie te krijgen:
Bij een houtskoolbarbecue zorg je ervoor dat alle kolen aan één zijde liggen en regel je de onderste luchtschuif zodanig dat de temperatuur laag blijft (over het algemeen minder dan 150°C), uiteraard met het deksel gesloten. Naast de kolen (en onder je gerecht dus) kan je een aluminium bakje plaatsen met wat vocht (water, wijn, bier, …) in. Dit heeft drie voordelen: enerzijds zal dit vocht langzaam verdampen en het vochtgehalte rond het gerecht verhogen. Anderzijds zorgt dit ervoor dat saus of vet dat van je gerecht drupt mooi in het bakje valt en je zo minder moet kuisen na het grillen. Ten laatste zorgt het er ook voor dat temperatuurschommelingen door het vocht deels worden opgevangen en je zo dus een stabielere temperatuur krijgt.
Bij een gasbarbecue breng je de BBQ eerst op temperatuur (meestal niet meer dan 150°C) door alle branders open te zetten. Eens op temperatuur schakel je één of meerdere branders aan één zijde uit zodat je een zone hebt waar je je gerecht kan plaatsen.